Huurrecht

Wie dacht dat het voorhanden hebben van een 5-tal hennepplanten geen huurrechtelijke consequenties heeft, komt bedrogen uit. Een huurder kan namelijk zijn woning verliezen, ook al zijn hieraan geen strafrechtelijke consequenties verbonden. Dit blijkt uit recente uitspraak van de Rechtbank Rotterdam. Wat was de situatie?

 

In de algemene huurvoorwaarden behorende bij de huurovereenkomst werd het de huurder verboden om het gehuurde geheel of gedeeltelijk in te richten als hennepplantage van welke omvang dan ook, danwel te gebruiken voor de productie van verdovende middelen. Ook was vermeld dat het overtreden van deze bepaling een eventuele ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. Verder was in de algemene huurvoorwaarden vermeld dat de huurder het gehuurde zelf als woonruimte moest bewonen en er zijn hoofdverblijf moest hebben, en dat hij in het gehuurde, in welke omvang dan ook, geen hennep mocht kweken danwel andere activiteiten mocht verrichten die op grond van de Opiumwet strafbaar waren.

 

Een half jaar na aanvang van de huurovereenkomst treft de politie in de woning een growtent, een assimilatielamp, een tijdschakelaar en twee waslijnen met drogende hennepplanten aan. Voor het overige was de woning vrijwel leeg. De verhuurder start hierop een kort geding en vordert ontruiming van de woning door de huurder.

Kort geding tot ontruiming van de woning

De huurder erkent in de procedure dat hij in de woning 5 hennepplanten heeft gekweekt en daartoe een growtent en een assimilatielamp heeft aangeschaft. De huurder betwist evenwel dat er sprake is van een ernstige tekortkoming en voert onder meer aan de hennepplanten gekweekt waren voor eigen gebruik en dat het openbaar ministerie in dit geval niet tot vervolging overgaat.

 

De Rechtbank stelt voorop dat de verhuurder gelet op het handhaven van haar zero tolerance beleid, een spoedeisend belang heeft bij de vordering tot ontruiming, zodat zij ontvankelijk is. De Rechtbank volgt het verweer van de huurder niet. De Rechtbank oordeelt dat het voorhanden hebben van 5 hennepplanten, onafhankelijk van de vraag of het voor eigen gebruik is en de vraag naar een eventuele strafbaarheid, uitdrukkelijk verboden is in de algemene huurvoorwaarden en de huurovereenkomst. De Rechtbank concludeert daarom dat de huurder tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst en dat deze tekortkoming in beginsel een ontbinding van de huurovereenkomst – zoals algemeen in de jurisprudentie wordt aanvaard – rechtvaardigt.

 

De Rechtbank wijst de vordering van de verhuurder tot ontruiming dan ook toe. Daarbij speelt mede een rol de omstandigheid dat de huurder de woning, hoewel hij deze al een half jaar huurde, nog steeds niet had betrokken en dat de woning nauwelijks was voorzien van meubels en stoffering. Het enkele feit dat de huurder een jonge starter was en niet over voldoende financiële middelen beschikte om de woning meteen in te richten en te betrekken achtte de Rechtbank niet voldoende, nu de huurder – ondanks het beperkte inkomen – wel de keuze had gemaakt om benodigde apparatuur aan te schaffen voor het kweken van hennep. De huurder moest de woning dan ook binnen 7 dagen na betekening van het vonnis verlaten.

 

Conclusie

Uit deze uitspraak blijkt dus dat het erg belangrijk is om de algemene huurvoorwaarden op de juiste wijze in te richten, teneinde een huurder te kunnen ontruimen die (slechts) 5 hennepplanten voorhanden heeft. De verhuurder plukt de vruchten van haar ‘zero tolerance beleid’ dat eveneens op voldoende wijze tot uitdrukking was gebracht in de algemene huurvoorwaarden.

 

Gepubliceerd op 1 oktober 2016 door Carolin Vethanayagam.