Het zware middel van ontslag op staande voet mag niet te snel worden ingezet. Toch zijn er werkgevers die lichtvaardig gebruik maken van deze zware sanctie. Consequentie: ongeldig ontslag en een schadevergoeding voor de werknemer.
Rechtbank Limburg
Interessant is de uitspraak van de Rechtbank Limburg van 27 juli 2017 (ECLI:NL:RBLIM:2017:7257). Wat was de situatie? De werknemer in kwestie – 35 jaar oud – was 17 jaar in dienst bij de werkgever. Sinds zijn echtscheiding in 2015 is de werknemer met zijn ex-vrouw in een langslepende juridische strijd verwikkeld om zijn kinderen, die hij al 7 maanden niet had gezien. De werknemer woonde noodgedwongen bij zijn ouders, en zijn vader was ernstig ziek. Twee dagen voor het ontslag vernam de werknemer dat zijn ex-vrouw loonbeslag had laten leggen onder zijn werkgever. Een dag voor het ontslag was de auto van de werknemer kapotgegaan, waardoor hij op die bewuste maandagochtend lopend, te laat en in een slechte gemoedstoestand op het werk is verschenen. De werknemers is die dag vervolgens op staande voet ontslag omdat hij zich schuldig zou hebben gemaakt aan bedreiging van de heer A en werkweigering.
Hoewel het onduidelijk was wat er over en weer is gezegd, staat wel vast dat werknemer – nadat hij door de heer A werd aangesproken op zijn gedrag – in woede is ontstoken en zich verbaal agressief had uitgelaten over zijn ex-schoonfamilie en daarbij met gebalde vuisten heeft gestaan. De heer A en andere collega’s hebben zich bedreigd gevoeld. De werknemer heeft ontkend dat het een en ander gericht was tegen de heer A en/of zijn overige collega’s en aangegeven dat hij de uitingen uit pure frustratie had gedaan en daarvoor ook bij e-mail zijn excuses had aangeboden.
De Rechtbank is van oordeel dat deze omstandigheden onvoldoende grond opleveren voor ontslag op staande voet van de werknemer. Hoewel het gedrag van de werknemer niet acceptabel is, neemt dit volgens de Rechtbank niet weg dat de werkgever op de hoogte was van de persoonlijke situatie van de werknemer, zodat de werkgever had moeten kiezen voor een minder zware sanctie. Zo had de werkgever de werknemer naar huis kunnen sturen (op non-actief stellen) om tot rust te komen en hem eventueel kunnen laten oproepen door een bedrijfsarts, nu de uitbarsting van de werknemer wijst op een overspannen werknemer die de weg volledig kwijt was. Een ontslag op staande voet, met alle financiële en persoonlijke gevolgen van dien, doet geen recht aan deze situatie en is volgens de Rechtbank niet rechtsgeldig.
Schadevergoeding voor de werknemer
De werkgever moet de blaren zitten voor zijn onhandige keuze! Vanwege het ongeldige ontslag op staande voet moest hij namelijk aan de werknemer een billijke vergoeding en een gefixeerde vergoeding betalen van ruim € 13.000,–. Ook moest de werkgever de werknemer een transitievergoeding betalen van ca. € 14.000,–.
Het is dus niet raadzaam om het ontslag op staande voet te snel in te zetten. Sterker nog, uit rechtspraak blijkt dat een groot deel van de ontslag op staande voet-zaken geen stand houden in rechte. Bij ontslag op staande voet geldt dan ook het spreekwoordelijk gezegde: ‘bezint eer ge begint’.
Auteur: Carolin Vethanayagam