BKR Registratie van 65-jarige moet verwijderd worden zodat hij een woning kan kopen met zijn 58-jarige partner. Bij de beantwoording van de vraag of een BKR-registratie moet worden verwijderd vindt er een belangenafweging plaats. Hierbij wordt het belang bij de BKR-registratie van de desbetreffende kredietverstrekker en andere kredietverstrekkers (en daarmee de samenleving als geheel) om te worden gewaarschuwd tegen personen die een problematisch kredietverleden hebben, afgewogen tegen het belang van degene die een BKR-registratie heeft bij verwijdering van de registratie (hierna: de BKR-geregistreerde). De vraag is of er bijzondere omstandigheden zijn die maken dat het maatschappelijk belang van de registratie van de betalingsachterstand moet wijken voor het persoonlijk belang van de BKR-geregistreerde. In de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 15 februari 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:619 oordeelde de rechter dat dit het geval was. Wat was de situatie?
In deze zaak is de BKR-registreerde in 2005 een krediet aangegaan met de rechtsvoorgangster van ING (hierna: ING) van € 14.000,– voor zijn eenmanszaak, welke krediet in 2007 is omgezet naar een krediet met een limiet van € 35.000,–. In 2009 is de kredietfaciliteit beëindigd en opgeëist, omdat er sprake zou zijn van een niet toegestane limietoverschrijding over de periode 1 januari 2009 t/m 6 mei 2009. Hierna zijn er meerdere betalingsregelingen tot stand komen tussen de BKR-geregistreerde en ING, inclusief een gerechtelijke procedure, waarna de BKR-geregistreerde het uitstaande saldo op 26 mei 2020 heeft betaald. De schuld van de BKR-geregistreerde is in het BKR genoteerd met de code A2 en met een einddatum 26 mei 2020, zodat de codering in beginsel op 26 mei 2025 zou worden verwijderd.
De BKR-geregistreerde wilde echter dat de registratie eerder wordt verwijderd (namelijk in het jaar 2021) en vordert in kort geding verwijdering van de BKR-registratie door ING. De BKR-geregistreerde stelde een spoedeisend belang te hebben, omdat hij en zijn partner eind maart 2021 hun tijdelijke huurwoning in Drenthe moesten verlaten en daarom een koopwoning wilden kopen.
De rechter achtte de volgende feiten en omstandigheden van belang voor zijn oordeel dat de belangenafweging in het voordeel van de BKR-geregistreerde moest uitvallen:
- de BKR-geregistreerde is in financiële problemen gekomen door de gevolgen van de kredietcrisis in 2008 voor zijn onderneming en het feit dat zijn ex-echtgenote zelfmoord had gepleegd waardoor hij de volledige zorg over hun drie (toen nog minderjarige) kinderen kreeg;
- de lening in kwestie is na een betalingsachterstand van vijf maanden opgeëist door ING;
- de BKR-geregistreerde heeft de exploitatie van zijn bedrijf voortgezet om de schuldeisers te betalen, hoewel hij ook had kunnen aansturen op een faillissement, en heeft een parttimebaan aangenomen als docent natuurkunde, waarmee hij naast de inkomsten uit zijn bedrijf een stabiel salaris heeft;
- de BKR-geregistreerde heeft vervolgens jarenlang bedragen van meestal € 175,- à € 250,- per maand afgelost en heeft in 2020 het laatste restant betaald;
- de partner van de BKR-geregistreerde met wie hij niet gehuwd is, maar wel een samenlevingsovereenkomst heeft en met wie hij sinds jaren een gemeenschappelijke huishouding voert, heeft ook een vaste baan met een goed salaris (€ 71.000,- per jaar) en een spaarsaldo van € 85.000,-.
- de BKR-geregistreerde heeft recht op een goed pensioen van ABP.
De rechter overweegt mede naar aanleiding van deze feiten dat de BKR-geregistreerde geen gevaar vormt voor kredietverstrekkers en dat er in dit geval geen sprake is van het lichtvaardig aangaan van nieuwe schulden. Ook overweegt de rechter dat als de BKR-geregistreerde (65 jaar) en zijn partner (58 jaar) – die samen een woning willen kopen waarmee zij lagere woonlasten hebben dan wanneer zij een woning huren – moeten wachten tot de BKR-registratie is verwijderd, het vanwege hun leeftijd niet meer mogelijk zal zijn een hypotheek te krijgen. Als de registratie niet wordt verwijderd zullen de BKR-geregistreerde en zijn partner hun samenlevingsovereenkomst moeten ontbinden om daarna een hypotheekaanvraag te doen, en als die rond is een nieuwe samenlevingsovereenkomst moeten sluiten. De rechter overweegt dat een hypotheekverstrekker daarmee feitelijk in een slechtere positie terecht komt, omdat die in dat geval de vordering uitsluitend op de partner van de BKR-geregistreerde kan verhalen en niet op het inkomen en pensioen van de BKR-geregistreerde. Hiermee schiet het systeem van de kredietregistratie zijn doel voorbij, aldus de rechter. De rechter oordeelt dan ook dat ING de registratie moet verwijderen.
Conclusie
Uit deze uitspraak blijkt dat het zelfs voor een 65-jarige mogelijk is om de BKR-registratie verwijderd te krijgen met het oog op het kopen van een koopwoning, mits de omstandigheden bijzonder zijn.
Kans van slagen?
Zoekt u een advocaat voor het verwijderen van uw BKR-registratie? Wilt u weten of uw verzoek tot verwijdering van BKR-registratie kans van slagen heeft? Wij kunnen een inschatting maken van de kans van slagen. Hiernaast kunnen wij ook een sommatiebrief opstellen en versturen naar de kredietverstrekker. Tot slot kunnen wij desgewenst ook een gerechtelijke procedure voeren tegen de kredietverstrekker. Neem voor meer informatie gerust contact met ons op.
Auteur: Carolin Vethanayagam, gepubliceerd op 10 november 2021