In de uitspraak van 14 augustus 2020 oordeelde de Rechtbank Rotterdam dat een vennoot ook na zijn uittreden hoofdelijk aansprakelijk is voor de huurachterstand van de vennootschap (ECLI:NL:RBROT:2020:8067). Van belang achtte de rechter hierbij o.m. dat de huurovereenkomst was aangegaan op naam van de vennootschap onder firma en dat zowel de zittende als uitgetreden vennoot beiden de huurovereenkomst hadden ondertekend als vertegenwoordiger. Volgens de rechter hebben de vennoten met deze ondertekening zich tegenover de verhuurder hoofdelijk (dat wil zeggen: ieder voor het geheel) verbonden om tot de einddatum (te weten: 31 oktober 2021) van de huurovereenkomst de huurtermijnen te voldoen.
De uitgetreden vennoot kwam dit oordeel duur te staan. De rechter veroordeelde zowel de uitgetreden vennoot als de zittende vennoot (die de onderneming via een eenmanszaak had voortgezet per 10 januari 2019) tot betaling van de achterstallige huur ten bedrage van € 8.113,85, handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. Volgens de rechter rechtvaardigde de huurachterstand van inmiddels 6 maanden ook de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, zodat ook deze vordering werd toegewezen. Tot slot werden beiden vennoten veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding nader op te maken bij staat, omdat de huurovereenkomst voortijdig was geëindigd vanwege de huurachterstand. Volgens de rechter had de verhuurder hierdoor huurinkomsten gederfd.
Conclusie
Door enkel als vennoot uit te treden of de vennootschap onder firma te ontbinden kan een vennoot dus niet ontkomen aan de huurverplichtingen van de vennootschap. Wel kan de uittredende vennoot de verhuurder bijvoorbeeld verzoeken om hem te ontslaan van zijn hoofdelijke aansprakelijkheid. De vraag is echter of de verhuurder hieraan zal meewerken; de verhuurder zou dan één schuldenaar minder hebben en ziet daarmee zijn verhaalsmogelijkheid verminderen.
De uitgetreden vennoot kan overigens op grond van artikel 6:10 BW mogelijk wel regres nemen op de zittende vennoot (zoals de rechter ook overweegt in het vonnis).
Carolin Vethanayagam, gepubliceerd op 13 september 2021