In de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten van 23 februari 2022, ECLI:NL:OGEAM:2022:29 stond de vraag centraal of een werknemer van een bouwmarkt op staande voet kon worden ontslagen, omdat hij de spaarpunten van een bevriende klant op zijn bonuspas heeft laten bijschrijven. Het gerecht oordeelde van wel. Waarom?
De werknemer in kwestie was op 1 maart 2020 in dienst getreden bij de werkgever in de functie van “Gatekeeper” voor de duur van één jaar, waarna de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is verlengd. In de functie van Gatekeeper moest de werknemer – als portier – aan de hand van kassabonnen controleren of klanten de gekochte producten hadden betaald.
Personeels- en Gatekeepersreglement
In de arbeidsovereenkomst had de werknemer voor de ontvangst van een exemplaar van het personeelreglement getekend. In artikel 11.8 van het personeelsreglement was vermeld dat de werkgever een zero tolerance beleid voert op het gebied van diefstal en dat dit betekent dat in geval van diefstal, ongeacht de waarde van het gestolen goed, en ongeacht de lengte van het dienstverbond en/of functie, de sanctie altijd ontslag op staande voet is. Verder was in het reglement vermeld dat onder diefstal tevens wordt verstaan het onrechtmatig toe-eigenen van spaarpunten van klanten aan zichzelf. In artikel 14.6 van het personeelsreglement was o.a. vermeld dat de werknemer extra punten kan sparen, omdat de punten van een bepaald jaar, in het eerste kwartaal van het daaropvolgend jaar worden verdubbeld. De werknemer had in 2020 tevens getekend voor de ontvangst van het jaarlijks Gatekeepersreglement versie 2020, waarin was vermeld dat het Gatekeepers ten strengste verboden is om o.a. punten van derden zoals klanten aan te nemen of toe te eigenen.
Het gerecht
Het gerecht overweegt dat uit het door werknemer voor ontvangst ondertekend personeelsreglement en jaarlijks Gatekeepersreglement, versie 2020, volgt dat het duidelijk was dat werkgever niet wenst dat op bonuskaart van de werknemer punten van klanten werden bijgeschreven. Het gerecht overweegt dat de werknemer onvoldoende heeft betwist dat hij dit wel heeft laten gebeuren. Het gerecht overweegt dat de werkgever financieel nadeel ondervindt door de handelswijze van de werknemer: de niet door de werknemer maar door de klant bestede punten worden namelijk verdrievoudigd. Als de klant zijn eigen bonuspas of geen bonuspas had gebruikt, dan zou de werkgever dit nadeel niet hebben ondervonden. Het gerecht overweegt – met verwijzing naar de reglementen – dat de handelswijze van de werknemer door de werkgever als diefstal wordt aangemerkt en dat het in feite daar ook op neerkomt. Het gerecht overweegt verder dat de werkgever door het overleggen van ontslagbrieven uit twee andere zaken betreffende verduistering van elektrisch gereedschap en een pot verf door andere werknemers aannemelijk had gemaakt dat hij een strikt ontslagbeleid voert in geval van diefstal. Het ontslag op staande voet is dan ook rechtsgeldig.
Het gerecht overweegt tot slot dat de persoonlijke omstandigheden van de werknemer onvoldoende gewicht in de schaal leggen, omdat de overtreding van de norm als ernstig verwijtbaar te kwalificeren valt. De werknemer was bovendien 36 jaar oud en relatief kort in dienst van werkgever, zodat niet gezegd kan worden dat hij geen kans heeft zijn loopbaan elders voort te zetten, aldus het gerecht.
Conclusie:
In deze uitspraak hield het ontslag op staande voet wel stand (anders dan in de uitspraak, waarin zonder te betalen en zonder toestemming tompouces werden meegenomen). De werkgever lijkt in deze zaak goed geluisterd te hebben naar rechtspraak op het gebied van zero tolerance-beleid. Zo heeft de werkgever er goed aan gedaan om de werknemer voor ontvangst van het personeelsreglement te laten tekenen in de arbeidsovereenkomst, waarin het zero-tolerance beleid duidelijk was geformuleerd. Ook heeft de werkgever er goed aan gedaan om de werknemer daarnaast (kennelijk) jaarlijks te wijzen op dit zero tolerance beleid en de werknemer voor akkoord met het Gatekeepersreglement 2020 te laten tekenen, waarin dit beleid was opgenomen. Ook het aanhalen van de twee andere ontslag op staande voeten-zaken waren een slimme zet, om het gevoerde strikte zero tolerance-beleid te bewijzen. De werkgever wordt in het gelijk gesteld. Uit het voorgaande blijkt dat als een werkgever een zero tolerance beleid wil voeren, hij er goed aan doet om dit beleid regelmatig kenbaar te maken aan het personeel en het beleid strikt en consequent toepast.
Auteur: Carolin Vethanayagam, gepubliceerd op 5 april 2022