De rechter kan een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd geheel of gedeeltelijk vernietigen danwel schorsen als in verhouding tot het te beschermen belang van de werkgever, de werknemer door dat beding onbillijk wordt benadeeld. In deze bijdrage gaan wij in op het doel van het concurrentiebeding en de wijzigingen die er mogelijk aan komen.
In de uitspraak van 28 november 2022 ECLI:NL:RBNNE:2022:5004 overweegt de rechtbank dat het concurrentiebeding is bedoeld om het bedrijfsdebiet van de werkgever – de opgebouwde knowhow en goodwill – te beschermen. Ook overweegt de rechtbank dat het enkele feit dat een werknemer in de uitoefening van zijn functie kennis en ervaring heeft opgedaan, nog niet betekent dat de werkgever bij het vertrek van die werknemer, en ook niet bij het vertrek van die werknemer naar een concurrent, in zijn bedrijfsdebiet is aangetast. “Dat een werknemer bij zijn vertrek kennis en ervaring die is opgedaan bij zijn werkgever ‘meeneemt’ is inherent aan zijn vertrek. Dat de nieuwe werkgever profijt heeft van de kennis en ervaring van de werknemer is inherent aan het in dienst nemen van een werknemer met kennis en ervaring”, aldus de rechtbank. Verder oordeelt de rechtbank dat het concurrentiebeding geen bescherming biedt tegen het vertrek van een ervaren werknemer en tegen de indiensttreding van die werknemer bij een concurrent van de oude werkgever, maar alleen tegen de aantasting van het bedrijfsdebiet door zo’n overstap. Volgens de rechtbank zal van zo’n aantasting bijvoorbeeld sprake zijn wanneer de betrokken werknemer door zijn functie op de hoogte is van essentiële relevante (commerciële en technische) informatie of van unieke werkprocessen en strategieën en hij deze kennis ten behoeve van zijn nieuwe werkgever kan gebruiken, waardoor de nieuwe werkgever in de concurrentieslag met de oude werkgever in het voordeel is, of bijvoorbeeld doordat de werknemer zo intensief samenwerkt met bepaalde klanten van de oude werkgever dat deze klanten overstappen naar zijn nieuwe werkgever (zie Hof Arnhem-Leeuwarden op 29 maart 2022 ECLI:NL:GHARL:2022:2395) (onderstreping advocaat).
In deze zaak oordeelt de rechter dat de werkgever onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij door de overstap van de werknemer naar de nieuwe werkgever in zijn bedrijfsdebiet wordt aangetast en zodoende een zwaarwegend belang heeft bij handhaving van het concurrentiebeding. Na afweging van de belangen van de werkgever en werknemer oordeelt de rechtbank dat het belang van de werknemer om van het concurrentiebeding ontheven te worden, groter is dan het belang van de werkgever bij handhaving daarvan en dat de werknemer door het concurrentiebeding onbillijk wordt benadeeld. Het concurrentiebeding wordt daarom geschorst.
Conclusie
Werkgevers nemen zeer vaak een concurrentiebeding op in de arbeidsovereenkomst om werknemers te beperken – om na afloop van het dienstverband bij de werkgever – bij een concurrent in dienst te treden. De werkgever wil op deze wijze zijn bedrijfsbelangen beschermen. Uit voormelde uitspraak blijkt dat een concurrentiebeding niet zomaar door de beugel kan en moet voldoen aan de wettelijke vereisten en de geldende jurisprudentie wil het beding standhouden. De lat ligt redelijk hoog. Ontstaat er een geschil over een concurrentiebeding, laat je daar dan goed over adviseren. Nieuwe regels lijken er ook aan te komen (zie ook hierna).
Let op: mogelijk nieuwe regels op komst voor het concurrentiebeding
Het Kabinet heeft plannen om het concurrentiebeding aan banden leggen door het concurrentiebeding te moderniseren. Volgens het Kabinet staat er in contracten steeds vaker standaard een concurrentiebeding in, terwijl daar geen goede reden voor is. Dat zou onnodig beperkend zijn voor werknemers en de doorstroom op de arbeidsmarkt hinderen. Het Kabinet wil daarom de hierna te noemen wijzigingen uitwerken in een wetsvoorstel:
- het concurrentiebeding wordt begrensd in duur;
- het concurrentiebeding geografisch wordt afgebakend, waarbij het beding specifiek en gemotiveerd is in de arbeidsovereenkomst;
- de werkgever motiveert wat het zwaarwichtig bedrijfsbelang is (deze geldt thans al voor concurrentiebedingen in arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd);
- de werkgever een vergoeding betaalt aan de vertrekkende werknemer als de werkgever de werknemer wil houden aan het concurrentiebeding houdt.
Auteur: Carolin Vethanayagam, gepubliceerd op 21 november 2023.