In de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 21 juli 2021, ECLI:NL:RBROT: 2021:8100 stond de vraag centraal of een werknemer van het Erasmus Medisch Centrum die ongewenst gedrag vertoonde tegenover (vrouwelijke) collega’s door opmerkingen te maken zoals: “Wat heb jij een lekker kontje” en “ik zou je de stiefmoeder van mijn kinderen willen laten zijn”, op staande voet kon worden ontslagen. De rechtbank vond van wel. Lees hierna waarom.
De werknemer is op 15 juni 2012 als uitzendkracht begonnen bij Erasmus Medisch Centrum (hierna: EMC). Op 30 december 2012 is de werknemer bij EMC aangesteld in de functie van Facilitair medewerker allround. Op 16 juli 2020 heeft de werknemer een officiële waarschuwing gekregen, omdat hij tijdens werktijd een medische student onheus bejegend zou hebben. In de waarschuwing was vermeld dat als er herhaling zou plaatsvinden, dit voor EMC reden zou zijn om de arbeidsovereenkomst te beëindigen, waarbij ontslag op staande voet niet uitgesloten was. Omdat de werknemer 8 maanden later weer de mist in ging, door een vijftal vrouwelijke collega’s lastig te vallen, werd de werknemer alsnog op staande voet ontslagen. De werknemer vocht dit aan, zonder succes.
De rechter oordeelt dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is. De uitspraken die de werknemer heeft gedaan (zie o.a. hierboven), passen volgens de rechter niet in een werksfeer onder collega’s. Dergelijke opmerkingen gaan een grapje tussen collega’s onderling te buiten en dat is ook het geval als collega’s amicaal met elkaar omgaan. Het met regelmaat doen van dit soort uitlatingen jegens collega’s, zeker als het gaat om een vrouwelijke collega, kan volgens de rechter niet door de beugel. Voor de genoemde collega’s kan het (regelmatig) plaatsen van dergelijke opmerkingen een onveilig gevoel op het werk creëren, aldus de rechter.
Verder overweegt de rechter dat de gedragingen ook in objectieve zin als grensoverschrijdend en niet passend binnen een werkkring moeten worden beoordeeld, nu de werkgever op de werkvloer een professioneler gedrag mag verwachten van een werknemer. Te meer daar het gaat om werkgever dat een toonaangevend ziekenhuis betreft en een belangrijke maatschappelijke functie vervult, waarvan het naleven van professionele omgangsvormen deel uitmaakt. Van de werknemer mag volgens de rechter daarom worden verwacht dat hij op professionele wijze omgaat met zijn collega’s.
Conclusie
Ontslag op staande voet heeft vergaande gevolgen en mag niet te snel worden toegepast. Onder omstandigheden kan dit middel echter wel een passende sanctie zijn, bijvoorbeeld in geval van grensoverschrijdend gedrag, net als in deze uitspraak.