Bij een tijdelijke managementovereenkomst kan er vrijelijk een concurrentiebeding worden afgesproken (bij een tijdelijke arbeidsovereenkomst is dit in beginsel niet toegestaan). Toch is de vrijheid niet onbeperkt en kan de rechter ook dan het concurrentiebeding (gedeeltelijk) vernietigen als het beding naar maatstaf van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Dit was aan de orde in de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 23 september 2019, ECLI:NL:RBG:2019:4363.
De rechter oordeelde, na afweging van het grondwettelijk recht op arbeidskeuze van de opdrachtnemer enerzijds en het belang bij integrale handhaving van het concurrentiebeding van de opdrachtgever anderzijds, dat het concurrentiebeding deels moest worden vernietigd, omdat het beding voor heel Nederland gold en de opdrachtgever niet inzichtelijk had gemaakt welk (zwaarwegend) belang hij had bij onverkorte handhaving daarvan. Het concurrentiebeding werd daarom gedeeltelijk vernietigd in die zin dat het effectief een jaar zou gelden vanaf het moment waarop de opdrachtnemer feitelijk zijn werkzaamheden voor de opdrachtgever had beëindigd.
De opdrachtnemer behaalde daarmee een marginale winst op het concurrentiebeding van 3 maanden op de totale duur van 12 maanden.
Auteur: Carolin Vethanayagam, gepubliceerd op 22 oktober 2020