De rechter kan ex artikel 6:248 lid 2 BW ingrijpen als onverkorte toepassing van een regel in de overeenkomst leidt tot een onaanvaardbaar resultaat. In een zaak waarbij een ondernemer, in strijd met het annuleringsbeding in de overeenkomst, enkele dagen te laat had opgezegd, waardoor hij 40% van de nog niet vervallen bijdragen moest betalen overwoog het Hof Arnhem-Leeuwarden op 15 oktober 2019 dat onverkorte toepassing van het annuleringsbeding tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat leidt. Het Hof overwoog dat de wederpartij nog niets had gedaan en dus geen nadeel lijdt, terwijl de ondernemer bij onverkorte handhaving een relatief groot financieel nadeel lijdt terwijl daar niets tegenover over staat. De verbrekingsvergoeding wordt daarom gematigd van € 2207,04 naar € 500. (Zie ECLI:NL:GHAL:2019:8479).
Heeft u ook te maken met een annuleringsbeding, waardoor u forse kosten moet betalen welke niet terecht zijn? Neem dan gerust contact met ons op.
Auteur: Carolin Vethanayagam, gepubliceerd op 22 oktober 2020